Warning: modChrome_artblock(): Argument #2 ($params) must be passed by reference, value given in /home/ppwznl/domains/ppwz.nl/public_html/website/templates/ppwztemplatedefvers2018/html/modules.php on line 36

Warning: modChrome_artblock(): Argument #3 ($attribs) must be passed by reference, value given in /home/ppwznl/domains/ppwz.nl/public_html/website/templates/ppwztemplatedefvers2018/html/modules.php on line 36

Phoca Gallery Image Module

2012-06-10 Brad...
View Image Download

Warning: modChrome_artblock(): Argument #2 ($params) must be passed by reference, value given in /home/ppwznl/domains/ppwz.nl/public_html/website/templates/ppwztemplatedefvers2018/html/modules.php on line 36

Warning: modChrome_artblock(): Argument #3 ($attribs) must be passed by reference, value given in /home/ppwznl/domains/ppwz.nl/public_html/website/templates/ppwztemplatedefvers2018/html/modules.php on line 36

Warning: modChrome_artblock(): Argument #2 ($params) must be passed by reference, value given in /home/ppwznl/domains/ppwz.nl/public_html/website/templates/ppwztemplatedefvers2018/html/modules.php on line 36

Warning: modChrome_artblock(): Argument #3 ($attribs) must be passed by reference, value given in /home/ppwznl/domains/ppwz.nl/public_html/website/templates/ppwztemplatedefvers2018/html/modules.php on line 36
  • 2011-09-10 Strandwalfestival
  • Coen
  • 2012-05-20 Birdsymposium papegaaien
  • 2012-05-20 Birdsymposium papegaaien
  • 2012-05-20 Birdsymposium papegaaien
  • 2011-06-12 Schollebos
  • amigo 17
  • DSC06794
  • DSC06790
  • 2012-06-10 Braderie Schollebos
  • 2011-07-30 braderie HvH
  • 2011-09-04 Wantijpark
  • 2011-06-12 Schollebos
  • cookie 8
  • 2011-06-12 Schollebos
  • 2011-08-14 stuif-in Kralingsebos
  • 2012-05-20 Birdsymposium papegaaien
  • Cora (Edelpapegaai)
  • Junai
  • 2011-06-12 Schollebos
  • amigo 13
  • Coen
  • Zorro
  • Logees Mica en Luna
  •  Logees Snoopy en Lady
  • Logee Jowie
  • Pollie
  • Logee Jowie
  • cookie 11
  • Rico
  • Logees Diva en Zorro
  • 2011-06-12 Schollebos
  • Cora (Edelpapegaai)
  • Logees Diva en Zorro
  •  Logees Snoopy en Lady

Warning: modChrome_artblock(): Argument #2 ($params) must be passed by reference, value given in /home/ppwznl/domains/ppwz.nl/public_html/website/templates/ppwztemplatedefvers2018/html/modules.php on line 36

Warning: modChrome_artblock(): Argument #3 ($attribs) must be passed by reference, value given in /home/ppwznl/domains/ppwz.nl/public_html/website/templates/ppwztemplatedefvers2018/html/modules.php on line 36

Warning: modChrome_artblock(): Argument #2 ($params) must be passed by reference, value given in /home/ppwznl/domains/ppwz.nl/public_html/website/templates/ppwztemplatedefvers2018/html/modules.php on line 36

Warning: modChrome_artblock(): Argument #3 ($attribs) must be passed by reference, value given in /home/ppwznl/domains/ppwz.nl/public_html/website/templates/ppwztemplatedefvers2018/html/modules.php on line 36

Target training

Gedragsverandering en meer…
Bridge en Target (BT) Training is ontwikkeld vanuit de training van zeezoogdieren, met als basis de klassieke en operante conditionering. Het heeft zich ontwikkeld als een belangrijke methode in het op een respectvolle manier omgaan met dieren. De methode bestaat in feite uit twee afzonderlijke onderdelen; de intermediate bridge en de target. Operante conditionering staat aan de basis, maar dit gaat een stapje verder. het zorg voor een betere communicatie tussen mens en dier.


De techniek heeft al bij allerlei soorten dieren zijn vruchten afgeworpen; paarden, varkens, duiven, honden en kikkers; allemaal zijn ze te ‘trainen’ met behulp van bridge en target. Voedselbeloningen worden praktisch niet meer gegeven. Het dier krijgt op een volstrekt andere manier het signaal dat ie goed bezig is; die andere manieren van beloning worden door de trainer ontdekt door uit te zoeken wat de individuele wensen van het dier zijn. Die wensen kunnen ook als secundaire bekrachtigers gebruikt worden bij het trainen van het dier. We laten ook voorbeelden zien van dingen die bereikt zijn door teams van trainer en dier.

Introductie
Het is niet altijd mogelijk een dier in de voor hem of haar ideale omstandigheden te houden en te trainen. Daar kunnen allerlei oorzaken voor zijn. Zo zou je bijvoorbeeld het dier zo goed mogelijke gezondheidszorg willen geven met zo weinig mogelijk stress voor het dier zelf. Maar; dat lukt je niet als het dier routine-onderzoeken niet toelaat, simpelweg omdat hij niet snapt wat er met hem gaat gebeuren. . Met als gevolg dat we niet in staat zijn om gezondheidsproblemen in een vroeg stadium te signaleren. Als een dier bij de dierenarts niet meewerkt is de kans groot dat hij zelfs voor simpele handelingen verdoofd moet worden. Soms met een behoorlijk risico voor het dier.
Ook als het gaat om het trainen van dieren, is goede communicatie essentieel. Want als we het dier niet goed kunnen uitleggen wat we van hem willen, grijpen wij mensen snel naar methodes om toch dat voor elkaar te krijgen wat we voor ogen hebben. En dat gaat niet zelden gepaard met lichamelijk geweld of omkoperij..

In de afgelopen twintig jaar is er een trainingsmethode ontwikkeld bij zeezoogdieren waarbij lichamelijk geweld en omkoperij tot een absoluut minimum beperkt wordt. Aan de andere kant is de mogelijkheid tot samenwerking en communicatie met elkaar oneindig groot. Klassieke en operante conditionering staan aan de basis van deze techniek. Ik omschrijf het als “Bridge en Target” training, afgekort B enT-training.

Opmerking van de schrijver:
B en T-training werkt het beste als degene die met het dier werkt goed in staat is om “mee te voelen” met het dier, dus als die persoon empathisch begrip heeft. Dat is een overeenkomst tussen B en T training en andere succesvolle gedragsmodificatie-technieken. Tijdens een B en T-training gebeurt er heel veel. En van een groot gedeelte van wat er gebeurt is nog niet duidelijk hoe en waarom het zo goed werkt. Wel is duidelijk dat het te maken heeft met heldere communicatie, beloningen, nieuwsgierigheid, relatie tussen trainer en dier, dwangmatige neigingen bij sommige diersoorten of individuen, en veel meer! B en T-training laat mensen met verbazingwekkend gemak communiceren met dieren en dit zonder enig gebruik van fysieke kracht of dwang. Hoewel B en T-training veel wordt gebruikt bij zeezoogdieren, was het moeilijk om de techniek onder de aandacht te brengen van mensen die met andere dieren werken en leven. De meesten van hen houden zich vooral bezig met het vermaken van een publiek, niet met het publiceren in wetenschappelijke tijdschriften. Bovendien zien veel instanties waarbinnen de techniek gebruikt wordt om dieren te trainen het als een techniek die ze zelf ontwikkeld hebben. En hoewel er van alles over op papier staat, houden ze dat voor intern gebruik en zien ze er geen enkel voordeel in om aan de buitenwereld uit te leggen hoe het werkt en hoe succesvol het is.

De Bridge (letterlijke vertaling; Brug)
Na een uitgebreid literatuuronderzoek om te kijken of er iets te vinden was kon ik maar 1 conclusie trekken; er was helemaal niets. Daarom schreef ik in 1990 zelf maar een kort handboek waarin ik beschreef hoe je zonder woorden kunt communiceren met dieren door de “Bridge en Target” training. De B en T-training is ontstaan vanuit de moderne operante conditionering. Beide methodes gebruiken een aangeleerd signaal, namelijk de bridge, om aan het dier aan te geven dat de oefening afgerond is. Het verschil zit ‘m in het gebruik van de zogenoemde intermediate bridge, die in de B en T-training gebruikt wordt. Deze intermediate bridge laat het dier weten dat het op de goede weg is, maar de opdracht nog niet volledig heeft afgerond. Vergelijk het met het spelletje “koud, warm, warmer, heet!”.
Dit op het oog hele kleine verschil, is erg belangrijk. Met de intermediate bridge ondersteunen we het dier op elk moment dat het iets leert. Daardoor is een oefening altijd een succes,ook al wordt het gewenste eindresultaat niet direct bereikt. En we kunnen het dier goed begeleiden als er een moeilijk onderdeel in de oefening zit. Daarbij komt dat de intermediate bridge het dier de gelegenheid geeft om te verwerken wat er eigenlijk gebeurt en om er over na te denken!

De target (het doel)
Een ander verschil tussen de B en T-training en de moderne operante conditionering is de target. Sommigen vergelijken de target met het knopje dat ingedrukt moet worden om voedsel te krijgen zoals dat gebruikt wordt bij operante conditionering volgens Skinner. Maar B en T-training gaat veel verder.
In een Skinner opzet worden dieren makkelijk geconditioneerd; ze leren dat een knopje indrukken ze voedsel oplevert. Of; ze worden door bepaalde omstandigheden gemanipuleerd om iets anders te doen. Dit alles gebeurt in een erg beperkte en gecontroleerde omgeving, meestal in een kooi. In zo’n kleine omgeving is de kans groot dat het dier bij toeval het knopje indrukt terwijl het het voedsel onderzoekt. Als een dier in de echte wereld een mechanisme wil bedienen, dan moet het dit mechanisme eerst opmerken in een omgeving vol met afleidingen en keuzes. B en T-training helpt het dier zich te richten op een doel; de target.
Eerst wordt het dier geleerd de target (een contactpunt) aan te raken; het liefst in een gecontroleerde omgeving zoals een trainingsruimte. Deze target kan daarna in de echte wereld worden geplaatst. De target geeft de trainer maar vooral het dier een aandachtspunt in de ruimte, een plek waar hij naar toegestuurd kan worden om informatie te krijgen over wat nu verder te doen.
Bij B en T-training staat het aanraken van de target niet direct in verband met het krijgen van voedsel. Wel staat het direct in verband met het krijgen van de (intermediate) bridge. In sommige gevallen (minder dan 20%) wordt voedsel gebruikt. En dat is een belangrijk verschil. Een dier dat gericht is op voedsel staat niet per se open om iets te leren. Is je ooit opgevallen dat als je een andere auto volgt om op je plaats van bestemming te komen, je vaak niet op de weg let omdat je aandacht bij de auto voor je was? Als je de route kunt uitstippelen met een kaart, is de kans groot dat je je kunt orienteren op de hele buurt of de hele situatie. Zo werkt het ook bij het trainen van dieren.

Het is daarom belangrijk dat dieren leren zich te richten op targets. Zie het als richtingaanwijzers die laten zien welke weg ze moeten nemen. En dus niet als de volgende plaats waar ze een lekker hapje krijgen. Daarom wordt dieren al vroeg in hun training geleerd om voedsel voorbij te lopen om bij targets te komen! Als de target eenmaal is gescheiden van eten wordt het mogelijk nieuwe targets te introduceren zonder aan voedsel gekoppelde signalen of andere bekrachtigers. Het dier kan leren met elk deel van zijn lichaam een target aan te raken, of zelfs met meerdere lichaamsdelen in één keer.

Bij Bridge en Target training laten we de target aan het dier zien waarbij we ook precies voordoen wat het moet doen om succes te hebben. Hierdoor hoeft het dier geen dingen te gaan uitproberen (trial and error) om te zien waarmee hij succes heeft.

Als het dier eenmaal heeft geleerd een target aan te raken, bijvoorbeeld met de snuit, zal het de target altijd aanraken. Ongeacht waar en wanneer het gepresenteerd wordt. Zelfs als we de target laten zien aan de andere kant van een kamer of een veld zal het dier begrijpen dat als het een intermediate bridge wil krijgen, het eerst naar de target moet gaan en het aan moet raken met zijn snuit. En dit biedt natuurlijk ontelbare mogelijkheden. Dit is bijvoorbeeld waarom het zo makkelijk is om met B en T-training het “bij de baas komen” te leren. En ook waarom het zo makkelijk is om dieren te corrigeren die weg lopen. En als het dier eenmaal geleerd heeft een bewegend target te volgen, kan het bewegingen en zelfs een serie gedragingen leren. We kunnen targets in een bepaalde volgorde laten zien, zodat we bepaalde gedragingen kunnen vormen, of complex gedrag, of posities. We kunnen het zelfs gebruiken om dingen als “wachten” aan te leren, op een manier die lijkt op “verbind de puntjes”.

Samengevat:
Door een volledig gevormde target aan te leren,
- laten we het dier precies zien wat het nodig om succes te hebben, waardoor we “dom uitproberen” buiten spel zetten.
- Leren we het dier zich te richten op de plek waar de trainer de volgende informatie zal geven, op een manier die het dier voorbereidt om iets te leren (dit in tegenstelling tot eten).
Kunnen we het dier beter en meer uitleggen wat we van hem willen omdat we hem met zijn verschillende lichaamsdelen allerlei targets kunnen laten aanhalen. Ook zonder dat dat iets met eten te maken heeft. Daarbij komt dat dieren dit systeem heel snel aanleren omdat we ze het gewenste eindpunt kunnen laten zien. Ze zullen dan met ons samen werken om daar te komen, en soms verbeteren ze soms de methode en de resultaten.

Het succes van de trainingmethode
En nu een aantal voorbeelden van de toepassing van “Bridge en Target” training bij verschillende dieren, in verschillende situaties. We zetten geregeld trainingsprogramma’s op om dieren te leren hoe ze kunnen helpen bij hun eigen verzorging. Het ophalen van voedsel- en waterkommen, speeltjes, dekens, vuilnis en netten geeft het dier in training het gevoel dat ie nuttig is. En bovendien kan de trainer de bespaarde tijd gebruiken voor zinvolle interacties met het dier. Vaak hebben de dieren er geen enkel probleem mee om vuilnis in een zak of emmer te doen. Je kunt de dieren leren om dingen te dragen en op te halen, waaronder elkaar en dingen die niet binnen het bereik van de trainer zijn.

Je kunt een dier ook leren om rustig op een weegschaal te staan, zich uit een groep los te maken als daarom wordt gevraagd, specifieke voederplaatsen te hebben in grote groepen (kuddes) en om andere dieren rustig te laten eten zonder ze lastig te vallen.
Ik zwom, afgeladen met vis, tussen een groep mannelijke en vrouwelijke Californische zeeleeuwen terwijl ik door alle dieren heel beleefd en met respect werd behandeld. Ik kwam er achter dat het maar een paar minuten duurde om elk dier een eigen naam te leren en hun eigen, persoonlijke gereserveerde plaatsen waar ze hun eten kregen. Dit leidde tot een enorme afname van de stress in de groep als ze gingen eten.
We hebben ook een aantal tortelduiven gered, die deel uitmaakten van een kolonie. Die kolonie had een klein beetje BT training gehad. De duiven ontsnapten, maar we hadden maar ongeveer 15 minuten nodig om ze weer terug naar huis te laten vliegen. De vogels kwamen af op het targetsignaal, bestaande uit het woord “hier”, en de target van twee uitgestrekte vingers. De vogels werden gebridged toen ze met hun snavel in de richting van de target vlogen. En zo kwamen ze uit de bomen gevlogen.

Een klant in Californië vertelde van een pony de getraind was met B en T-training. De pony was over een hek gesprongen en liep over een drukke boulevard, waar het dier al een aantal geschrokken automobilisten had laten stoppen. De klant ging de pony achterna terwijl ze het dier riep. Niets hielp, totdat de klant er aan een keer aan dacht om de pony naar een target te roepen. Die maakte subiet rechtsomkeert en RENDE terug naar zijn eigenaresse. Hij bleeft rustig staan om zijn halster om te laten doen en kon onder het genot van een staande ovatie van een aantal gefrustreerde automobilisten naar huis gebracht worden!

Andere opvallende resultaten die ik ken zijn:
1 – Bob Cook en Jeanne Frost (persoonlijke communicatie, mei 1991), over afzonderlijke voorvallen waarbij grote honden werden teruggeroepen van het opjagen van vee.
2 – Susan Conway (persoonlijke communicatie, mei 1993), over het terug roepen van een varken uit een confrontatie met een ander varken toen beiden per ongeluk bij elkaar kwamen. Susan zegt dat ze meer dan 30 meter verwijderd was toen ze het geluid hoorde en een van de varkens bij haar riep. Zelfs dieren met een lange voorgeschiedenis van weglopen terwijl ze geroepen worden kunnen vaak in vijf tot tien minuten gecorrigeerd worden.

Om het dier zo fanatiek op de intermediate bridge te laten reageren, wordt een techniek gebruikt die maar drie stappen kent:
1. Brigde het stemgeluid, zoals “hier” of het woord “X” door voedsel te geven TERWIJL het dier doet wat jij wilt. Dit probeer je drie keer.
2. Isoleer het stemsignaal door het woord te zeggen en DAN voedsel of andere bekrachtiging te geven die het meeste voorkeur geniet bij het dier. Dit probeer je drie keer.
3. Dit is dus al de zevende oefening, waarbij je gewoon het stemsignaal geeft samen met de target, bijvoorbeeld twee vingers die op een duidelijke manier worden gepresenteerd. Meestal heb je hier geen voedsel of andere bekrachtiging nodig, hoewel een afwisselend bekrachtigingsschema in 33 procent van de gevallen goed werkt.

Vorig jaar gaf ik een seminar waarbij onze gastheren vertelden dat alle toepassingen bij paarden wel heel interessant klonken, maar als we hun steeds weglopende hond Emma konden laten komen terwijl ze werd geroepen, dat wel heel erg overtuigend zou zijn. Een paar minuten later sprintte Emma de deur uit terwijl wij binnen kwamen, en dat gaf ons de mogelijkheid deze uitdaging aan te gaan. In vijftien tot twintig minuten kwam ze op volle snelheid aangesprint nadat we haar riepen. Tijdens het seminar de volgende dag introduceerde ik Emma als een topstudent.

We lieten haar vrij om en in de stal rennen. Ongeveer een uur later herinnerde ik het publiek aan Emma en riep haar naar de target, hoewel ze nergens te bekennen was. Na een halve minuut, geen Emma. Ik riep nog eens, voor het geval ze het misschien niet had gehoord. Een halve minuut later, geen Emma. Ik wilde toegeven dat ze misschien buiten bereik van mijn stem was, of misschien geen interesse had om te komen, toen ik werd onderbroken door mijn assistent, die ons wees naar een enorm raam op de eerste verdieping, waardoor we kleine Emma zagen, haar oortjes flapperend in de wind, nog een half blokkie-om verwijderd, sprintend om naar de target te komen!

Als je een dier traint om te komen als je het roept, kun je het dier meer vrijheid geven.
Een ander aspect waarbij training helpt is dieren leren om voorwerpen in hun omgeving te gebruiken, of dat nou een kunst-honingboom is, een heel veld (inclusief het veranderen van looproutes), glijbanen, wringdeurtjes (om water uit de vacht van een otter te wringen als die z’n hol binnen gaat), of bosjes om zich aan te krabben.

Medische zorg en wetenschappelijk onderzoek
Veel van de argumenten om een dier te trainen voor situaties die te maken hebben met medische zorg en onderzoek hebben te maken met stress en verdoving. Het is mijn ervaring dat stressreacties een belangrijke oorzaak zijn van ziektes en dood, ofwel door een verzwakt immuunsysteem of door activeren van het “vecht of vlucht” gedrag, waar weer verwondingen door ontstaan. Behalve op het immuunsysteem heeft stress ook invloed op andere aspecten van de chemie in een lichaam, en hierdoor kunnen onderzoeksresultaten worden “verdraaid” ten opzichte van natuurlijke situaties. Op de universiteit van Maryland trainden we varkens om vrijwillig te gaan staan terwijl wij bloed afnamen met een naald van bijna 13 centimeter. Het grootste probleem was dat als de varkens eenmaal waren getraind, ze erom gingen vechten wie er eerst mocht. Er moest dus iets meer tijd besteed worden om ze elk hun eigen naam te leren en dat ze alleen mochten komen als ze geroepen werden. De totale trainingstijd hiervoor was ongeveer een uur per dier in sessies van vijf minuten of minder, verspreid over twee en een halve week.

Veel van mijn klanten hebben vietnamese hangbuikzwijnen die normaal gesproken worden verdoofd voor kleine ingrepen zoals vaccinaties, bloedafnames en het trimmen van de hoeven. Na B en T-training werken deze varkens vrijwillig mee aan deze procedures, zonder gebruik van verdoving, waardoor stress, risico en kosten worden verlaagd. Het kan minder dan een dag kosten om varkens op een vaccinatie zonder dwang voor te bereiden, ongeveer 3-7 sessies voor rectaal temperaturen, ongeveer een week voor het trimmen van de hoeven en ongeveer twee weken voor bloedafnames. In situaties waarbij het dier uit zijn eigen omgeving moet om medische zorg te krijgen, moet het ook informatie krijgen en leren over de nieuwe omgeving en mensen.

In de National Zoo in Washington, D.C. trainden we alle dieren in de “Bever Vallei” op algemene verzorgingshandelingen en medische zorg. Grijze zeehonden stonden vrijwillig bloed af. We borstelden de wolven en behandelden hun oren met insectenspray en zalf, namen een haarmonster van de poot van een ijsbeer, onderzochten de gebroken snijtand van een beer zonder verdoving, poetsten de tanden en onderzochtten de bek van zeehonden en –leeuwen, en namen urinemonsters van grijze zeehonden. We deden ook miniem lichamelijk onderzoek bij walrussen en zeeleeuwen, waarbij we ogen, oren en huid behandelden.

Dierenartsen hoeven niet mee te doen aan de training, hoewel het dier wel moet leren een aantal mensen te accepteren in de rol van dierenarts zodat het leert dat de dierenarts gewoon een van die mensen is met een buitengewone interesse in dierlijke lichaamsfuncties.

Perceptie modificatie
Een derde belangrijk onderdeel in de B en T-training is het trainen van een dier om zich op een signaal te ontspannen. Dit is een belangrijke stap in het proces om ze te leren hun houding ten opzichte van bepaalde dingen te veranderen.
Om het dier zich op commando te laten ontspannen zegt de trainer “X” of welk woord dan ook, terwijl de hij de spiergroepen van het dier masseert. Na een tijdje is het horen van het commando al genoeg om het dier te helpen zich te ontspannen. De termen counter-conditionering, desensitisatie, habituatie en perceptie modificatie verwijzen eigenlijk naar verschillende onderdelen van het zelfde proces. “Perceptie modificatie” (Cover, 1994) is de omschrijving van het proces waarbij we de manier waarop een dier een bepaalde gebeurtenis bekijkt kunnen veranderen. Trainers kunnen bijvoorbeeld in minder dan twintig minuten een angstig of agressief dier significant kalmer maken. We kunnen dieren leren om het leuk te vinden om in bad of onder de douche te gaan, hun nagels te knippen, te besproeien, en zelfs zich op commando te ontspannen. Het hele proces is voor het dier vaak zo onbelangrijk dat het de uitdaging die het opnieuw aangaat niet eens in de gaten heeft. Perceptie training is een middel waarmee dieren hun houding ten opzichte van stressvolle of onaangename momenten kunnen veranderen, en er mee om kunnen gaan. Zoals hierboven al beschreven is, werden getraind om rechtop te gaan staan zodat er bloed van ze kon worden afgenomen. Omdat deze varkens allemaal leerden dat ze de eerste wilden zijn, keken ze in elk geval op een heel andere manier tegen bloedafnames aan!
Deze procedure had dus drie voordelen. Eerder hadden deze varkens duidelijk stress als gevolg van het vastgehouden en geprikt worden met een naald. Dat uitten ze in overduidelijke stress-signalen zoals rennen, gillen en spierspanning. Die signalen en gedragingen verdwenen grotendeels na de B en T-trainingen; we eindigden de trainingen met varkens die “er om vroegen” om geprikt te worden. Omdat de stress minder werd, verbeterde de kwaliteit van het bloedmonster, zowel voor onderzoek als voor diagnose. En ten slotte vertelden de mensen die het bloed moesten afnemen, dat hun stress ook aanzienlijk was verminderd.

Tweezijdige communicatie
Het trainingsproces kan helpen om relaties tussen dier en mens op te bouwen die gebaseerd zijn op vertrouwen en wederzijds respect. Het is het middel om onze dierlijke collega’s beter te begrijpen met behulp van directe communicatie. Omdat we heel goed zijn geworden in het overdragen van informatie aan dieren, is dat deel van de training niet zo’n aandachtspunt meer. We richten ons meer op motivatie, dat is nu de echte uitdaging.
Een belangrijk deel van het aspect motivatie is dat je als trainer het dier moet overhalen zich open te stellen voor jou, zodat jij begrijpt wat het wil (tijdens die specifieke trainingssessie). De meest directe manier om dit soort informatie te krijgen is door simpelweg AAN HET DIER TE VRAGEN WAT HET WIL. Dieren is al geleerd ons dingen te vertellen, bijen bijvoorbeeld hebben ons verteld welk soort electromagnetisch veld er is, en of een koe eten wil of een afspraakje met een stier (Varner et al, 1988), hoe hun lichaamsdelen heten (bij varkens en paarden), en welk soort eten ze het lekkerst vinden (bij honden). Hoewel dieren (net als mensen) niet altijd kiezen wat het best voor ze is, kunnen ze zeker wel vertellen wat ze het liefst hebben, en dit kan vanaf nu belangrijk zijn in de welzijnszorg voor dieren. Net als wij andere talen kunnen leren, kunnen de meeste niet-menselijke dieren een redelijke hoeveelheid mensentaal leren, of ze het nu kunnen spreken of niet. We leren dieren regelmatig concepten zoals wachten, in, uit, over, onder, onthoud-dit-lijstje-met-dingen, zoek een ander dier (of mens), help een ander dier (of mens). Ze kunnen signalen op verschillende manieren leren, zoals zicht en/of geluid, en in verschillende talen. Je hebt meestal maar drie tot zeven keer proberen nodig om over te schakelen naar een ander gedragssignaal, bijvoorbeeld van de ene taal naar de andere, of van een woordsignaal naar een gebarensignaal. Dieren wordt regelmatig geleerd te reageren op gebaren zo subtiel als het trekken met de knie (Romer, 1989), of spanning in het voorhoofd zoals in het geval van “Slimme Hans, het paard”. De meeste getrainde dieren die ik heb gekend, kenden en begrepen ruim meer dan 200 signalen en/of woorden, en waren al druk bezig er nog meer te leren. Ik heb met een varken gewerkt dat 8 kleuren kende, de cijfers 1 tot 22, het alfabet, 20 kaartjes met plaatjes erop en een aantal woorden. We zijn nu bezig om haar begrip over hoe deze namen/plaatjes/woorden/letters met elkaar in verband staan, te vergroten. Ik vermoed dat dit dier een behoorlijke hoeveelheid Engels zou kunnen leren. Misschien zelf te leren lezen, hoewel Engels een erg ongschikte taal is om met dieren te praten omdat het zo veranderlijk en onlogisch is.

Kippen en duiven leren te helpen om hun kostuum aan te krijgen, ze stoppen vrijwillig hun vleugels door mouwgaten. Deze vogels, die we maar al te vaak maar dom vinden, leren gehoorzaamheid, lopen aan de voet, komen als ze geroepen worden, leren het leuk te vinden om gebadderd te worden, leren om op commando in bad te springen, en om een ingewikkelde serie van handelingen uit te voeren zonder menselijk ingrijpen. In een Wild-West show met kippen hadden we geen vechtpartijen of geflikflooi tussen onze bezetting van volwassen kippen van gemengd geslacht, en de kippen oefenden hun “rol” in hun vrije tijd (net als veel showdieren). Het verrast veel mensen dat kippen net zo snel kunnen leren als dolfijnen, beren, apen en varkens……ze doen gewoon niet allemaal de zelfde dingen. Kippen zijn beter in sommige dingen en slechter in andere. In Japan zag ik vissen die getraind werden om door gekleurde hoepels te zwemmen in een bepaalde volgorde, zelfs als de hoepels door elkaar gehaald werden, en de vissen werden getraind het doek te laten zakken als het aquarium ging sluiten. Ik heb kikkers gezien die zich orienteren met drukgolven. Duiven die hinderlagen zagen langs de weg in de Vietnam-oorlog, of neergehaalde piloten op zee konden opzoeken. Honden die termieten vonden, varkens die naar drugs speurden en zeehonden die de zwarte doos in een in zee neergestort vliegtuig vonden.

Een richting voor toekomstig onderzoek
en belangrijke bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek naar dierenwelzijn zou zijn dieren het concept te leren van pijn, gerelateerd aan lichaamsdelen. Dan zouden we ze kunnen vragen “waar doet het zeer?”. Communicatie tussen verschillende diersoorten is het nieuwe, braakliggende onderzoeksveld.

Referenties:
Cover, K. (1994). Changing bad times to good. Potbellied Pigs Magazine.
Cover, K. & Zeligs, J. The Syn Alia Series on Animal Training. Bridge and target training made easy. Author: Sarasota, FL.
Ray, Roger D., et al. (1980). Social organization and synchrony in a pair of killer whales. Proceedings of the International Marine Animal Trainers Conference. Symposium conducted in Key Biscayne, Florida, October to November.
Romer, S. (1989). An educational pinniped performance using subtle stimulus control and discrete visual bridging. International Marine Animal Trainers Conference Proceedings. Symposium conducted in Chicago, IL, November, pp 185-9.
Varner, M. , Cover, K. & Clingerman, K. (1988). Use of operant conditioning for identification of estrus in Holstein heifers. Proceedings, American Association for the Advancement of Science, Annual Meeting. Symposium conducted in Boston, MA on February 12-15.

Over de Auteur: Kayce Cover B.S.
Syn Alia Animal Training Systems
Sarasota, Florida
Kayce Cover verdiende haar Bachelor of Science titel aan de Universiteit van Maryland in 1990. Ze traint al meer dan twintig jaar huisdieren en exotische dieren voor onderzoek, lesdoeleinden en entertainment. Cover werkte in San Diego voor de Universiteit van Californie, Scripps Instituten voor Oceonografie, Mystic Marinelife Aquarium, de National Zoo en in College Park voor de Universiteit van Maryland. Ze is nu hoofd van Syn Alia Training Systems, een prive-adviesbureau. Cover heeft een trainings- en certificeringsprogramma in Bridge en Target Training en heeft een handboek geschreven over hoe en waarom deze methode werkt. Cover’s huidige projecten zijn een varken Engels leren lezen, het ontwikkelen van een programma voor het trainen van dressuurpaarden zonder burnout, en het werken met gehandicapte kinderen via Bridge en Target.

Copyright 2004 by Syn Alia Training Systems ®

Cookies maken beperkt deel uit van onze website.. Met het gebruik van deze website geeft u ons toestemming om cookies te gebruiken.
Ok